Cursusoverzicht » Hoofdstuk 4: Afschrijvingen » Wat zijn afschrijvingen?

Wat zijn afschrijvingen?

Als je een bedrijfsmiddel koopt dat een waarde heeft van meer dan € 450,-, moet je dit product afschrijven. Stel, je koopt een laptop die je gebruikt voor je bedrijf. Je bent dus geen bedrijf dat laptops verkoopt, maar gaat de laptop zelf gebruiken. Als deze laptop € 400,- kost, mag je deze gewoon als kosten boeken. Dit doe je dan, zoals je hebt geleerd in hoofdstuk 2.

Als de laptop € 1.250,- kost, mag je deze niet in een keer boeken, maar moet je deze over meerdere jaren afschrijven. Deze laptop heet dan een vast activum. Het meervoud hiervan is vaste activa. Het idee achter afschrijven is dat je een bedrijfsmiddel meer dan één jaar gebruikt. Daardoor moet je de kosten voor dit product ook uitsmeren over de jaren dat je het bedrijfsmiddel gebruikt. Denk je een product 10 jaar te gaan gebruiken, dan smeer je het aankoopbedrag over 10 jaar uit. Gelukkig heeft e-Boekhouden.nl een functie, waarmee je je afschrijvingen makkelijk regelt. Voordat we dat laten zien, is het belangrijk goed te begrijpen hoe je afschrijvingen moet berekenen, zodat je begrijpt wat het boekhoudprogramma doet.

Hoe bereken je een afschrijving?

Er zijn verschillende manier om af te schrijven. Wij gebruiken de meest gebruikte manier. Deze wordt ook door de Belastingdienst geadviseerd. Bij het uitrekenen van een afschrijving heb je drie gegevens nodig:

1. De aanschafkosten

Dit zijn alle kosten bij elkaar die je hebt gemaakt om het bedrijfsmiddel aan te schaffen. Dus ook de eventuele installatiekosten. Als je korting of subsidie hebt gekregen, moet je dit nog van de prijs afhalen. De laptop in ons voorbeeld kost € 1.250.

2. Hoe lang ga je het bedrijfsmiddel gebruiken?

Je gaat nu kijken hoe lang je het bedrijfsmiddel gaat gebruiken. Je hebt de technische levensduur van een product, dus hoe lang het meegaat totdat het kapot is. Maar je hebt ook de economische levensduur. Dit betekent dat een product op een gegeven moment niet meer economisch verantwoord is . Dit is bijvoorbeeld als de onderhoudskosten van het bedrijfsmiddel hoger zijn dan de vooraf ingecalculeerde afschrijving. De economische levensduur is dan verstreken, terwijl het technisch gezien nog prima kan werken. Je mag in dat geval dan de economische levensduur aanhouden. We verwachten dat onze laptop na vijf jaar geen economisch nut meer heeft voor ons bedrijf. Waarschijnlijk kopen we dan weer een nieuwe, betere laptop. De economische levensduur van onze laptop is dus vijf jaar.

Let op: je schrijft een bedrijfsmiddel af vanaf het moment dat je het aanschaft. Als je het op 1 januari van dit jaar koopt, kun je heel het jaar dus afschrijven. Maar als je op 1 juli van dit jaar het product koopt, kun je pas vanaf die datum afschrijven. Je kunt dan alleen de maanden juli tot en met december afschrijven (6 maanden). We leggen dit zo meteen verder uit in de berekening.

3. De restwaarde

Hoeveel is het bedrijfsmiddel nog waard aan het einde van de economische levensduur? Dit heet de restwaarde. Deze restwaarde kun je zelf schatten, maar het beste kun je dit vragen aan de leverancier van het bedrijfsmiddel. Je mag maximaal 20% van de aanschafkosten per jaar afschrijven. Je moet dus altijd minimaal vijf jaar afschrijven. De restwaarde van onze laptop is na 5 jaar nog € 250.

Nu gaan we de afschrijving van onze laptop berekenen.

€ 1.250 (aanschafkosten) – € 250 (restwaarde) = € 1.000. Deze kosten gaan we verdelen over de 5 jaar dat we de laptop gaan gebruiken. €1.000 : 5 = € 200. Dit betekent dat we de komende 5 jaar elk jaar € 200 afschrijven op de laptop.

afschrijving boeken