Hoe reken je btw over je producten of diensten?

Je weet nu als het goed is hoeveel btw er op je producten of diensten zit. We houden weer even de fietsenwinkel als voorbeeld aan. Deze winkel verkoopt fietsen, daar zit 21% btw op. Dit betekent dat je voor elke fiets die je verkoopt, 21% btw moet afdragen aan de Belastingdienst. Ondernemers werken daarom altijd met een prijs exclusief en inclusief btw. Als jij hebt uitgerekend hoeveel een fiets mag kosten, moet je hier altijd nog de btw bij optellen. Deze btw moet je namelijk weer afdragen aan de Belastingdienst.

Stel, je hebt een fiets die je voor € 1000,- wil verkopen. Dan is dit het bedrag exclusief btw. Je telt hier dan 21% btw bij op, dat is € 210,-. Het totale bedrag, inclusief btw, is dan € 1210,-. Dit is het bedrag dat jouw klant moet betalen voor de fiets. Jij moet die € 210,- aan de Belastingdienst betalen en houdt dus zelf € 1000,- over.

Zo moet je voor ieder product of dienst die je verkoopt btw betalen aan de Belastingdienst. Andersom mag je de btw die je betaalt, bijvoorbeeld over de inkoop van je fietsen of de kosten voor reclame, weer terugvragen aan de Belastingdienst. Dit doe je via je btw-aangifte. Je vult de btw van alles dat je gekocht hebt voor je bedrijf in bij Voorbelasting. Voorbelasting is de btw die je al hebt betaald aan je leveranciers. Dit bedrag krijg je terug van de Belastingdienst.

Het is dus niet zo dat btw voor jou je kostprijs verhoogt. Als je levert aan een andere ondernemer kan je klant de btw gewoon terugvragen. De eindgebruiker, de consument, moet ook btw betalen, maar kan deze niet terugvragen van de Belastingdienst. Het is dus ook de consument die uiteindelijk de btw betaalt, want de ondernemers die btw betalen, krijgen deze ook weer terug, via de btw-aangifte.

We houden weer even de fiets uit het voorbeeld van net aan. Deze heb je dus voor € 1210,- inclusief btw  verkocht. Maar jij hebt deze fiets waarschijnlijk weer bij een fabriek of groothandel gekocht. Dan zit dit er zo uit:

Btw berekenen over producten en diensten

Jij als fietsenwinkel hebt dus € 105 aan btw moeten betalen voor de fiets. Jij vraagt deze weer terug aan de Belastingdienst, via de voorbelasting. Je hoeft dus onder aan de streep geen btw te betalen over de aankoop van de fiets bij de fabriek. Jouw leverancier, de fabriek, heeft € 105 ontvangen aan btw, maar moet deze weer betalen via de btw-aangifte. Ook de fabriek houdt dus onder aan de streep geen btw over. De consument moet uiteindelijk aan jou € 210 aan btw betalen voor de fiets. Jij moet deze via de btw-aangifte betalen aan de Belastingdienst. De consument kan deze btw niet terugvragen. Uiteindelijk houdt de Belastingdienst dus € 210 aan btw over van de fiets. De consument heeft hierdoor belasting betaald over de toegevoegde waarde van de fiets. Jij hebt namelijk als fietsenwinkel € 1000 voor de fiets gevraagd, met € 210 aan btw. Vandaar dat btw ook belasting over de toegevoegde waarde heet.

e-Boekhouden.nl

Btw in je boekhouding

Je moet alle btw die je rekent aan je klanten (of die jouw leveranciers aan jou hebben gerekend) bijhouden in je boekhouding. Gelukkig wordt alle btw automatisch bijgehouden in e-Boekhouden.nl. Als je een factuur of bonnetje invoert, houdt e-Boekhouden.nl automatisch bij hoeveel btw je die periode hebt gerekend. Je hoeft dan dus zelf niet bij te houden hoeveel btw je moet afdragen aan de Belastingdienst, of hoeveel je terugkrijgt. Dit bespaart je veel tijd!